De opbouw van een IPv6 adres (deel 2)

Maxime Lambregts
·
18/08/2015

Dit is het tweede en laatste deel over hoe de opbouw van een IPv6 adres. In deel 1 heb je al kunnen lezen hoe verschillende subnetten kunnen worden berekend en hoe je een eventueel groot subnet op kunt delen in allemaal kleinere netwerken met ieder hun eigen gateway plus meer van dat soort settings. In dit deel ga ik het hebben over welke soort subnetten er bestaan binnen IPv6. Waarom zou je dat willen weten? Nou, waarschijnlijk ben je bij IPv4 ook erg blij dat er zoiets bestaat als het 192.168.x.y subnet. Wat is er gebeurd bij het definiëren van subnetten? Ze hebben de beestjes simpelweg een naam gegeven. Zo zijn de volgende categorieën geïntroduceerd -erachter heb ik hun IPv4 tegenhanger gezet-. Link Local – APIPA adressen -169.254.0.0- Site Local – 10.0.0.0 / 192.168.0.0 / 172.16.0.0 Multicast – 224.0.0.0 Anders..

De verschillende netwerkcategorieën:

Link Local

Voor Link Local hoef je niets te doen want deze heb je waarschijnlijk al. Kijk maar eens naar onderstaand plaatje wat van mijn eigen Vista machine komt: Link Local Dit plaatje geeft al aan dat ik een Link-local IPv6 adres heb -let niet op mijn vaste hand qua tekenen- Dit adres begint ook met fe80::, dit is namelijk een /10 adres -dus fe81:: mag ook!-. Dit adres zal nooit gerouteerd worden door routers, het is dus precies hetzelfde als een APIPA adres. Het leuke hiervan is echter dat als Vista hij ook daadwerkelijk IPv6 gaat gebruiken. Ik ping naar een Windows 2008 server hij in principe naar het fe80:: adres gaan pingen.

Site Local

Met deze adressen kun je verschillende netwerken aan elkaar knopen, zodanig dat routers snappen wat ze moeten doen, maar wel zonder publieke toegankelijkheid. Dit is een fc00::/7 subnet, dus je zou er redelijk goed uit de voeten mee moeten kunnen.

Hoe is dit adres opgebouwd?

De eerste 7 bits liggen vast -fc-, daarna wordt er een 40 bits netwerk ID toegekend wat random gegenereerd kan worden door je routers. De resterende 81 bits kun je gebruiken voor je hosts. Je routers weten welke andere routers er zijn en welke subnetten zij allemaal hebben. Hiermee heb je ook je eigen organisatie aan elkaar geknoopt.

Standaard

Zoals het straks zal gaan werken – als het goed is – is met een publiek IP adres. Dit krijg je van je router in het aan-jouw-bedrijf-toegekende subnet wat ook nog eens geografisch vastligt. Behalve routeren zal je router ook nog een hele andere functie krijgen; de DHCP functie. Een IPv6 compatible host zal namelijk middels een broadcast een adres aanvragen -zoals DHCP ook werkt-. De router zal daarna zijn eigen subnet doorgeven aan de host ,waarna de host zelf een eigen adres zal kiezen -at random-. Kun je je voorstellen dat je DNS server dadelijk crasht? Dat zal veel problemen gaan geven dan omdat je geen enkele computer meer op je netwerk kunt vinden! Je ziet overigens dat er hier redelijk wat van je routers afhangt. Op dit moment zijn er nog maar een beperkt aantal routers in omloop die dit kunnen.

Final thoughts

Hoewel het voor je netwerk nogal wat voeten in de aarde zal hebben om compleet over te stappen op IPv6, zul je toch echt over moeten gaan. De voorspellingen op dit moment zijn dat eind 2010 -dus over een goede 2 jaar- ALLE IPv4 reeksen op zijn en er geen nieuwe reeksen meer uitgedeeld kunnen worden aan Internet Providers. Vanaf 2011 zul je dan de eerste gedwongen IPv6 netwerken zien, er zijn dan simpelweg geen IPv4 adressen meer. Natuurlijk kun je ook leren over IPv6 bij Master it Training, bijvoorbeeld met de training Get Ready for IPv6. echter behandelen wij een groot gedeelte van IPv6 ook in onze training Installing and Configuring Windows Server 2012 R2 en de nieuwe training Networking with Windows Server 2016

Bij Master IT leer je alleen wat je echt nodig hebt.
Certificeringen Trainingen
Beste lesmethode
Kleine klassen
Flexibel inplannen
Leer wat jij nodig hebt
Gerelateerde trainingen